De kapper is weer open. Blij dat ik weer toonbaar geknipt ga worden neem ik plaats in de eenzame stoel in de zaak. De kapper praat me bij met nieuwtjes uit ‘t dorp. In geuren en kleuren vertelt ze me de volgende liefdesgeschiedenis. Matthias, geboren en getogen in het dorp gaat trouwen met Olga, een Russische. Ze hebben elkaar hier leren kennen op skivakantie. Op 18 maart stond de trouwplechtigheid gepland in het schilderachtige Wengen. Mijn kapper zou daags voor de trouwerij het haar van de bruid doen. De ochtend van 17 maart zitten Olga en Matthias blij in de trein naar boven als ze worden gebeld. Het is de trouwambtenaar uit Interlaken. Hij vertelt hen dat vanmiddag alles op last van de regering dicht moet: er komt een lock-down. Dan kunnen er geen huwelijken meer worden gesloten, en dat geldt dus ook voor hun huwelijk morgen. Maar, als het stel binnen 2 uur bij hem kan zijn dan kan het nog lukken. In allerijl maken ze rechtsomkeer, terug naar beneden, en door naar Interlaken. Matthias plukt er een bos fluitenkruid uit de berm voor zijn bruid. Daar gaan ze. Opgewonden, onvoorbereid op sneakers, in trainingsbroek en t-shirt begeven ze zich naar het huis van de trouwambtenaar. In zijn huiskamer verbindt hij het verliefde paar in de echt, zonder ringen. Daar was geen tijd meer voor. Ze zijn dolgelukkig. Met elkaar natuurlijk, maar ook omdat Olga's verblijfsvergunning afliep. Dan had ze naar Rusland terug gemoeten, alleen. ‘s Middags gaan ze als echtpaar terug naar Wengen, waar de kapper zich al afvroeg waar Olga bleef. Verrast hoort ze het verhaal aan en vraagt het koppel hoe dat is om zo te trouwen? ‘Het was ongelooflijk bijzonder. We zullen het ons hele leven herinneren. En later vertellen we het onze kinderen!’ Dat ze nog lang en gelukkig mogen leven.
top of page
bottom of page
Comments