top of page

JP - Alledaags mooi

De schoonheid van het alledaagse is meteen te zien in de Japanse huizen. Te beginnen bij de vloer. Deze bestaat uit stevige rechthoekige matten, tatami, van 90 x 180cm. De korengele kleur van de matten, gemaakt van rijststro, geeft een warme natuurlijke sfeer. Iedere mat is afgewerkt met een gekleurd lint. Samen vormen de linten op de vloer een lijnenspel. Er zijn strikte regels om de matten te leggen. Zo mogen de hoeken van drie matten elkaar nooit raken. Dat brengt ongeluk.

De oppervlakte van een Japanse kamer wordt gemeten in het aantal matten. De tatami bepaalt ook de maat van alle elementen in de ruimte, zoals de rijstpapieren schuifdeuren met hun subtiele lattenverdeling. Het levert een uitgebalanceerd en sereen interieur op, met oog voor detail. Westerse architecten als Mies van der Rohe en Frank Lloyd Wright hebben zich door deze wetmatige schoonheid laten inspireren. Niet de minsten.

De harmonie binnenshuis is niet volledig zonder zicht op de natuur of (binnen)tuin. Er staat ten minste een Ikebana boeket in een alkoof. Het brengt de kwaliteit van buiten naar binnen. Wij maken boeketten met veel bloemen, vaak van dezelfde soort. Een flinke bos tulpen in de lente, chrysanten in de herfst. In Japan geldt de kunst van het weglaten. Een enkele bloem, een blad en een tak zijn geschikt in de juiste vaas volgens een ritme. De verschillende delen van de plant vertegenwoordigen samen de natuur. De eerste Ikebana beoefenaars zijn boeddhistische monniken geweest. Ze maakten bloemoffers in tempels.

Buitenshuis wordt de natuur zorgvuldig gedresseerd. De geharkte kiezeltuin in de Ryonan-ji Zen tempel in Kyoto vind ik het mooiste. In een zee van witte golvende steentjes met een strak rib-patroon, steken rotsen als eilandjes omhoog. Een enkele begroeid met mos of een gestileerd struikje. Hier geldt ook, less is more. Binnen de oude muren van de tuin is geen boom, blad of grasspriet te bekennen, laat staan onkruid. Iedere rots lijkt op de juiste plek te liggen. Als toeschouwer kun je ze nooit allemaal tegelijk zien. Ik merk dat ik van het kijken naar de tuin kalm en stil wordt, heel Zen.

In de Japanse tuinen kunnen bomen niet zomaar hun gang gaan. Steeds is een tuinman op een ladder aan het snoeien. Het resultaat mag er zijn. De dennen zien eruit als multi-verdieping-pagoda’s. Heel grafisch, met een donkere stam en groene etages.

Verrast ben ik door de tuin met ijle stammen. Dat gaat zo. Uit een den wordt de dikke stam in het hart weggesnoeid. Verschillende dunnere zijtakken groeien verticaal omhoog vanuit de zijkant van de stam, zoals kaarsen op een veelarmige kandelaar. Het resultaat is een vervreemdend bos. Ik zie veel dunne boompjes, die aan de basis uitkomen in een aantal stammen regelmatig verspreid over de tuin. Niets is aan het toeval over gelaten. Een bos waar een onzichtbare regisseur de hand in heeft gehad.



bottom of page