top of page

TW - Taiwan

Bijgewerkt op: 21 apr. 2020

De wollen muts kan onder in de rugzak. Het is weer voor een ijsje. In een vliegreis van 1,5 uur naar Taipei is de temperatuur met minstens 20 graden gestegen vanaf 4 graden in Seoul. De natuur is meeveranderd, bossen vol exotische palmen, banyan bomen met luchtwortels, vurige bougainville en geurende frangipani. Voeg daar het blauw groene Sun Moon bergmeer aan toe en ik krijg spontaan een zomervakantie gevoel. Pardon, vakantie? Maar zo kun je dat niet noemen. Het is hooguit wat de kritische thuisblijver me wenst voor de reis van bijna 3 maanden, ‘fijne vakantie’.

‘Ik maak een sterk onderscheid tussen reizen en vakantie. Vakantie is bijkomen van hard werken. Reizen ís hard werken.

Vakantie is langs het zwembad liggen en je verheugen op de lunch. Reizen is een uur in de rij staan bij een busterminal tussen tweehonderd Aziaten en nog meer onleesbare borden, in de hoop dat je wegloopt met het juiste busticket.’ Deze reisblogger haalt me de woorden uit de mond. Reizen is vroeg opstaan en vertrekken na een voedzame kom vissoep met rijst. Al je zintuigen wagenwijd open zetten en aankomen gevuld met nieuwe indrukken en informatie. Het is deelnemen aan een andere cultuur. Om daarin te kunnen functioneren moet je zelfs de kleinste signalen op kunnen pikken. Alleen dan kan je cultuurverschillen overbruggen. Die zitten in subtiele dingen, een blik, een gebaar of een handeling. De korte knik, neergeslagen blik of een glimlach, het is allemaal communicatie. Helemaal als je de taal niet eigen bent. Zie hier ook het nut van de open zintuigen. Communicatie is uitwisseling van informatie. Het is tweerichtingsverkeer. Ik doe mijn best maar de ander vaak ook.

De taxichauffeur die ons naar afgelegen architectuur brengt doet zichtbaar moeite. Hij spreekt zijn Chinese vragen in op de vertaal app. Die zit op zijn iPad vastgeklemd op het dashboard. De tablet spreekt in geduldig en gebrekkig Nederlands met ons ‘Waar kom vandaan?’. Hij verrast me door op een lange rit De Dijk met Bloedend Hart uit de boxen te laten schallen. Compleet met Taiwanese ondertiteling en beeldende symbolen. Op de tablet verschijnt een groot rood hart gestelpt met twee huidskleurige gekruiste pleisters. Als daarna Hoe van Nielson klinkt heeft hij mijn hart gestolen.

Het loont om de comfortzone en het bekende te verlaten. Thuis moet ik, tussen werkzaamheden voor toen en straks, moeite moet doen voor een moment in het nu. Op reis is dit een continue staat van gewoon zijn en open staan voor contact. Het voordeel van niets moeten, is kunnen ontmoeten.

In de bomvolle metro sta ik schouder aan schouder met een Taiwanese moeder. Haar nieuwsgierige vraag waar ik vandaan kom opent het gesprek over onze levens. Ze verteld dat ze twee volwassen dochters heeft. Eén werkt in Frankfurt voor een Taiwanees bedrijf. Ze is er net geweest en vond het te koud, te donker. In Duitsland zou ze niet kunnen wonen. De andere dochter woont in Australië. Prachtig daar, met mooi weer. Als ze daar zou wonen is Frankfurt wel erg ver weg. Zie hier haar dilemma. Ze heeft haar kinderen de best mogelijke opleiding gegeven. Beide hebben een mooie internationale carrière. Missie geslaagd. Moeder woont in het midden. Ze mist haar dochters. Ons gesprekje heeft maar 15 minuten geduurd. We kijken elkaar aan en ik ervaar haar gemis. We hechten aan dezelfde waarden, een fijn gezinsleven en liefde voor elkaar, hoewel we uit hele andere culturen komen.

Taiwan is een unieke ‘hot pot’ van culturen. Het heet ook de Replubliek China. Dus zijn er veel Chinese invloeden. De Portugezen waren de eerste Europeanen die Taiwan in het vizier kregen. De wereld werd in die tijd per schip ontdekt. Het eiland is de ideale hub voor handelaars met zijn centrale ligging en bereikbaarheid over zee. ‘Ilha Formosa’ noemen ze het. Wat prachtig eiland betekend.

In 1622 zetten de ‘Red-Haired-Dutch’, zoals ze genoemd werden, voet aan land in de haven van Tainan. Ik volg hun voetsporen en ga naar fort Zeelandia. Het is opgetrokken uit de oer-Hollandse rode klinkers met muurankers. Degelijk spul want het staat er nog steeds. Jan Pieterszoon Coen en zijn makkers hebben 38 jaar handel gedreven met de omliggende landen vanuit Formosa. Mijn weg vervolgend door de stad ontdek ik ook Japanse huizen compleet met tuin en tatami. Het zijn de sporen van 50 jaar Japanse bezetting. voordeel is dat je hier nu nog goede sushi kan eten. Ik duik vanzelf dieper in de geschiedenis. Een mooi aspect van reizen is dat het nieuwsgierigheid opwekt over het hoe en waarom. Iedere ontdekking roept nieuwe vragen op. De antwoorden vallen soms als puzzelstukjes op zijn plek. Nu zou de wereldpuzzel niet bij Ravensburger in de collectie passen, te complex en oneindig groot. Maar ik leg hem graag. ‘It’s the small pieces that make the big picture’

Je verplaatsten in Taiwan is niet echt hard werken. Het openbaar vervoer is snel, frequent en punctueel. Ik ben flexibel met enkel een kleine lichtgewicht rugzak. Luc heeft me hierover als ervaringsdeskundige geadviseerd. ‘Niet te groot, want hoe groter, hoe meer je meeneemt en hoe zwaarder hij wordt’. Alles wat nodig is, heb ik bij me en dat maakt het leven eenvoudig. ‘Spullen brengen zorgen’ is één van de wijze woorden van Chantal’s moeder. En inderdaad, de enige momenten van stress ontstaan door nieuwe aankopen. Die ene onweerstaanbare broek die net voor vertrek maar niet in de bagage wil passen.

Figuurlijk wordt mijn rugzak gevuld met herinneringen. De opgedane kennis, ervaringen, en ontmoetingen verrijken me. Ze vormen geen last maar een lust, die ik steeds opnieuw kan beleven. Ik koester de herinneringen. Ze gaan niet kapot en ze gaan een leven lang mee. ‘Made in Taiwan’.


bottom of page